-
1 in de bloei van zijn jaren
in de bloei van zijn jaren -
2 во цвете лет
prepos.gener. in de bloei der jaren, in de fleur van zijn leven, in de fleur van zijner jaren -
3 во цвете лет
prepos.gener. in de bloei der jaren, in de fleur van zijn leven, in de fleur van zijner jaren -
4 Alter
Alte(r)〈bijvoeglijk naamwoord als zelfstandig naamwoord; m.〉————————Alter〈o.; Alters, Alter〉3 oude mensen, ouden van dagen♦voorbeelden:im gleichen Alter sein, stehen • van dezelfde leeftijd zijnim Alter von 65 Jahren • op de leeftijd van 65 jaar2 die Beschwerden des Alters • de ongemakken, gebreken van de oude dag -
5 im besten Alter sein
-
6 jaar
♦voorbeelden:in de bloei van zijn jaren • dans la fleur de l'âgesinds jaar en dag • depuis une éternitéhet jaar van het kind • l'année de l'enfantde last van de jaren • le poids des annéeshet heeft een dik jaar geduurd • ça a duré une bonne annéeeen half jaar • six moisik doe het in geen honderd jaar • jamais de la vie, je ne ferai celain zijn jonge jaren • dans son jeune âgein vroeger jaren • autrefoisin mijn wilde jaren • au temps de ma jeunesse follezo iets duurt jaren • cela prend des annéeshet lopend jaar • l'année en coursjaar in, jaar uit • au fil des anshet hele jaar rond, door • toute l'annéeom de twee jaar • tous les deux ansop jaren komen • prendre de l'âgeop jaren zijn • être âgéjaar op jaar • tous les ansover een jaar • dans un anper jaar • par antot twee jaar veroordeeld worden • être condamné à deux ans, années de prisonvan 't jaar • cette annéevan jaar tot jaar • d'une année à l'autrezij is 2 jaar ouder dan ik • elle a 2 ans de plus que moidit bedrijf bestaat 10 jaar • cette entreprise existe depuis 10 anshij is 40 jaar • il a 40 ansik zit in het derde jaar van mijn studie • je suis en troisième année (de médecine, de français etc.)van, uit het jaar nul • vieux comme le mondede jaren zestig • les années soixante→ link=verstand verstand -
7 âge
âge [aazĵ]〈m.〉♦voorbeelden:d'un certain âge • niet zo jong meerâge ingrat • puberteitâge moyen • middelbare leeftijdpremier âge • kindertijdquatrième âge • hoge ouderdomquel âge a-t-elle? • hoe oud is zij?âge scolaire • leerplichtige leeftijdâge tendre • kinder- en jeugdjarentroisième âge • ouden van dagen, gepensioneerden, 65-plussersil fait plus jeune que son âge, il ne paraît pas son âge • hij ziet er jonger uit dan hij isavoir passé l'âge de • te oud zijn omil porte son âge • je kunt zien dat hij oud wordtporter bien son âge • er jong uitzien voor zijn leeftijdprendre de l'âge • ouder wordenvieux avant l'âge • vroeg oudêtre d' âge à, en âge de • oud genoeg zijn omenfant en bas âge • jong kindentre deux âges • van middelbare leeftijd2 homme d' âge • oude, bejaarde manâge de pierre • stenen tijdperkd'âge en âge • van geslacht op geslacht, alle eeuwen doorm1) leeftijd2) tijdperk, eeuw -
8 âgé
âge [aazĵ]〈m.〉♦voorbeelden:d'un certain âge • niet zo jong meerâge ingrat • puberteitâge moyen • middelbare leeftijdpremier âge • kindertijdquatrième âge • hoge ouderdomquel âge a-t-elle? • hoe oud is zij?âge scolaire • leerplichtige leeftijdâge tendre • kinder- en jeugdjarentroisième âge • ouden van dagen, gepensioneerden, 65-plussersil fait plus jeune que son âge, il ne paraît pas son âge • hij ziet er jonger uit dan hij isavoir passé l'âge de • te oud zijn omil porte son âge • je kunt zien dat hij oud wordtporter bien son âge • er jong uitzien voor zijn leeftijdprendre de l'âge • ouder wordenvieux avant l'âge • vroeg oudêtre d' âge à, en âge de • oud genoeg zijn omenfant en bas âge • jong kindentre deux âges • van middelbare leeftijd2 homme d' âge • oude, bejaarde manâge de pierre • stenen tijdperkd'âge en âge • van geslacht op geslacht, alle eeuwen dooradjoud, bejaard
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Нидерландский
- Русский
- Французский